Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2009 tonen

Gtkt

Ik ben getikt. Getagd. Getag-ged? Met net zo'n vragenlijstje als in het vriendenboekje van Bo. Waar ik maar even in ben gaan bladeren, om inspiratie op te doen. Op de vraag ‘Welke 3 dingen neem je mee naar een onbewoond eiland?’ had een meisje geantwoord: een appel, een boek en mama. Wetende dat ik nooit zo’n leuk antwoord zal kunnen geven, hier die van mij: Mijn obsessie? Momenteel de zoektocht naar het goeie zwarte colbert. Nergens te vinden. Niet bij H&M. Niet bij Vera Moda. Moet ik nou echt bij de..... C&A gaan kijken? Wat draag ik? Een jurk met korte mouwen. En kippenvel. (Het zou lente worden, zeiden ze.) Doe ik vaak een dutje? Nee. Wie heb ik voor het laatst een knuffel gegeven? Loïs. Nadat ik haar net uit mijn bureaula viste. Wat eten we vanavond? Geen idee, oma kookt vandaag. (Het is dinsdag !!) Wat zou ik willen veranderen? Mijn uitzicht. Wat heb ik het laatst gekocht? Vraag me dat vanavond nog eens? (Het is dinsdag !) Waar luister ik naar? Naar het ruisen van de

Helden

Een paar dagen geleden schreef ik doodleuk over mijn droom om in een watertoren te wonen. En aansluitend sloeg ik serieus aan het fantaseren over een dakterras dat daar dan nog wel gerealiseerd moest worden. Ik was zeker éven vergeten dat ik hoogtevrees heb. Sinds ik moeder ben. Of, hoogtevrees......het is meer een angst dat mijn kinderen van grote hoogte te pletter vallen, die zich manifesteert als hoogtevrees. Als ik alleen op een balkon op de achtste verdieping sta, of op de tweede trans van de Eiffeltoren, dan is er niets aan de hand. Maar sta ik er met mijn kinderen, dan word ik duizelig en breekt het klamme zweet me uit. En waar mensen met (solo-)hoogtevrees het gevoel hebben door een onzichtbare kracht naar de rand getrokken te worden en te moeten springen, zo ben ik dan bang dat ik mijn kind over de rand duw. Het ergst heb ik het met een baby op de arm. Iets dwingt me dan het kindje boven de afgrond te hangen en het los te laten. De strijd die dat in mijn binnenste tewee

Luchtkasteel

Zij slingerde gisteren de volgende vraag het internet op: ‘Waar en in welk huis zou je willen wonen, als geld – tot op zekere hoogte - geen issue was?’ Nou, ik weet het wel. Vanaf de eerste dag dat ik naar Groningen kwam (20 jaar geleden, als groen studentje) was ik helemaal verliefd op een van de watertorens hier. Die aan de Noorderbinnensingel. Als ik daar nou eens mijn huis van kon maken! Stel je voor, helemaal boven in de lucht wonen - zonder onderburen - met uitzicht naar alle windrichtingen, over de hele stad! Van tijd tot tijd lag ik op mijn rug in het plantsoen en staarde naar mijn toren. En fantaseerde. Over waar ik de slaapkamer zou maken (daar boven natuurlijk, in de witte torenkamer). Enover hoe groot het binnen eigenlijk zou zijn, want dat is moeilijk inschatten vanaf beneden. Ik zou er geen kamers in maken, maar het gewoon één grote ronde ruimte laten. Wel met een of meer verdiepingen, door middel van vides . En een lift moest er natuurlijk komen. Of zat die er al? Ik

Schrik en opluchting

Het kan zomaar gebeuren dat je op een gewone donderdagochtend ineens op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis zit, terwijl de tranen van angst over je wangen stromen. Henk bleef een dagje thuis vandaag, omdat hij zich niet helemaal goed voelde, en ik zag hierdoor mijn kans schoon om even alleen (lees: zonder baby in wandelwagen) naar de kapper te gaan. Op de terugweg stopte ik ook nog even bij de drogist voor luierdoekjes, shampoo en een badeend en toen ik net weer op de fiets zat ging mijn telefoon. Het was Henk. Of ik snel kon komen, want Loïs was van het bed gevallen en hij vertrouwde het niet. “WAT!” riep ik en klapte meteen mijn telefoon weer dicht om met twee handen aan het stuur naar huis te sprinten. Ik kwam binnen en zag ons meisje met een spierwit gezichtje in de box liggen. Dit was inderdaad niet goed, nee. Ik pakte haar op en we stapten onmiddellijk in de auto. Waar ze vreselijk begon over te geven. Nee, dit was echt niet goed. Tijdens de hele autorit had ik maar één ged

Novy travels abroad

Ziehier mijn favoriete statcounter-gadget: de Recent Visitor Map . Waar zo leuk op te zien is waar men overal mijn blog leest. Dat dat niet alleen in Nederland en België is, maar ook in landen waar ik nooit een voet aan wal heb gezet. In Slovenië bijvoorbeeld. En in Canada. Kijk, zo kom ik toch nog eens ergens! Een beetje jammer, voor het evenwicht in het plaatje, is dat mijn trouwe lezer(es?) in Auckland, Nieuw-Zeeland is afgehaakt. En dat ik waarschijnlijk nooit zal weten how come . Die punaise daar links, midden in de Stille Oceaan, wijst trouwens niet naar de een of andere rijke stinkerd op een cruiseschip, maar naar mijn zus op een eiland . Die zelf ook een weblog heeft. Wat zeg ik, twee zelfs. En nu ik het er toch over heb, daar mag wel weer eens een nieuw stukje op verschijnen! Hup, sis, schrijf eens wat! Klim in je pen! Ik wil Hawaïaanse avonturen! (Waarmee heb je het eigenlijk zo druk daar? Met kokosnoten ontwijken?) Edit vrijdag 27 maart 7:46 AM. Mag ik aan u voorstellen,

And we have a winner!

Net als ik denk dat ik het subject van mijn gevederde nachtmerrie (het arme beest is in mijn fantasie steeds enger geworden) wel nooit zal achterhalen, landt er een nieuwe reactie in mijn mailbox. Met een link. Waar ik meteen gretig op klik. En.... Jaaaah! Dat is hem! Mijn vogel! Rode poten, oranje mascara ogen! Het is een...nijlgans! Oftewel Egyptian Goose, Alopochen aegyptiacus . Die, zoals op een vogelsite staat te lezen: ‘ tegenwoordig in Nederland op veel plaatsten te zien is (nou, niet in mijn buurt hoor) maar van oorsprong hier niet thuis hoort (ziet u wel?). Het zijn dieren die in Afrika leven in waterrijke gebieden, zoals in Egypte langs de Nijl. Lang geleden al zijn ze als siervogel ontdekt en zo in Nederland in volières (kijk, daar is mijn volière) terechtgekomen. Doordat er exemplaren zijn ontsnapt en/of losgelaten is de nijlgans in de vrije natuur beland. Ook de nijlganzen in safaripark Beekse Bergen (zei ik het niet, dierentuin?) zijn er op eigen houtje neergest

Prijsvraag

Waar is je camera als je hem haar nodig hebt!!!??? Ik reed vanmiddag, nadat we Merlijn hadden opgehaald van een vriendje, met de auto langs een woonwijk, toen ik plotseling op de rem moest. Omdat er een vogel overstak. Van het trottoir aan de rechterkant van de weg waggelde hij richting de vijver, aan de linkerkant van de weg. Het was een...vréémde vogel. Een soort eend, maar dan anders. Groter. En nee, geen gans. Nou ben ik totaal niet ornithologisch onderlegd, maar een ding wist ik zeker: een vogel als deze had ik nooit eerder gezien. Hij had rode poten. Echt roodrood . Bloedrood. Zeker niet oranje-rood. De kleur van zijn snavel weet ik niet meer. Ook rood? Maar dan: oranje ogen! Fel oranje ogen! Of oranje mascara, dat kan ook. Of nee, dat kan natuurlijk juist niet, maar daar leek het nog het meest op. Heel langzaam liep hij, vreemd stappend op die rode poten, terwijl hij mij strak aan bleef kijken, met zijn kop zo schuin omhoog gekanteld, een beetje smiechterig. Het was bevreemdend

Boekeloelie

De allerliefste opa van de hele wereld zou dit jaar 111 zijn geworden, als hij nog geleefd had. Wat natuurlijk niet zo is. (Stel je voor, hónderdenélf!) Nee, de allerliefste opa van de wereld overleed in 1986, toen hij 88 was en ik 15. Omdat hij een paar honderd kilometer van ons vandaan woonde zagen we hem niet zo vaak, maar de laatste jaren van zijn leven belde ik hem iedere vrijdag op. Zo’n telefoongesprek verliep altijd volgens een vast patroon. Opa nam op, mompelde ‘een momentje’ in de hoorn en legde deze vervolgens met veel gestommel op tafel. Intussen stond hij dan op en gooide een kleedje over de vogelkooi, om zijn twee lawaaiige parkieten - een blauwe en een groene - de snavel te snoeren. Want anders was er geen gesprek mogelijk. En als hij dan, na een paar minuten, terug aan de lijn kwam en ik vroeg ‘Hoe gaat het ermee, opa?’ antwoordde hij altijd: ‘Goedgoed!’ Goedgoed. Mooi he? Niks klagende bejaarde. Hij zal heus ook zo zijn pijntjes en mindere dagen gehad hebben, h

Geen woord teveel

Het wordt hier zo langzamerhand een soort 'Bo en Merlijn'- slapstick, maar so be it; dat is ons dagelijkse échte leven ook. Er was weer eens post gekomen voor Merlijn. Van oma ditmaal. Een envelop met daarin zijn (stoere, jongens-) armbandje, dat hij was vergeten de laatste keer dat we daar waren. Nu wilde hij oma een bedankbriefje sturen en Bo moest hem daarbij helpen. “Goed. Ehm...zal ik schrijven.... Lieve oma, bedankt voor het opsturen van mijn armbandje ?” “Nee, nee, ik wil Hallo oma. Bedankt dat je mijn armbandje hebt gevonden. En opgestuurd. Ik ben op school het kindje van de week en dat is heel erg leuk. En ik heb een losse tand .” “Nee hoor, dat is veel te lang. Ik doe wel gewoon Hallo oma, bedankt voor het armbandje .” “Nee, dat van mijn losse tand moet er ook in.” “Nou, dan doe je het zelf maar.” “Ik kan toch nog niet schrijven!” Op dit punt in de onderhandeling vertrok ik naar boven. Een half uur later verschenen beide kinderen aan mijn werktafel met een zelf geknu

Tweeëneenhalf uur in Tibet

Gisteren was 7 Years in Tibet op tv. En nou lag het ongetwijfeld aan mij, maar ik vond de film niet heel geweldig. Ik vond hem nogal langdradig en het verhaal sleepte me nauwelijks mee. Zelfs Brad Pitt deed het niet voor me. (Kwam het door het snorretje? Het Oostenrijks-geblondeerde haar? Het Duitse accent?) Dat ik toch ben blijven kijken, was voor de beelden van Tibet. Wat een mooi land. Wat een overweldigende natuur, wat een bijzonder volk. En wat een rotsreken haalt China daar uit, nog steeds! Ik las vandaag dat er in Tibet, op het laten zien of het zelfs maar in bezit hebben van de Tibetaanse vlag, 2 jaar gevangenisstraf staat. Daarom ook al vloekt ie nogal bij de kleur van mijn blogachtergrond toon ik hem nu even hier: Steun Tibet

Maandagochtend

In het verlengde van mijn antwoord op de reacties die ik kreeg naar aanleiding van mijn tekeningen , vroeg ik Bo en Merlijn om zelf ook nog eens hun droom op papier te zetten. Waarop Bo onmiddellijk naar haar viltstiften greep.... ......en Merlijn besloot mijn monster 'toch eigenlijk best heel goed' te vinden. De goochemerd/luiaard. Nog meer leuks van Merlijn? Zeker wel. Gisteren, aan het eind van de middag: “Mam, mag ik bij de buren eten? Daar eten ze spruitjes.” En vanmorgen, mij wakker schuddend: “Ik denk dat Bo uit haar bed is gevallen, want ze ligt er niet meer in.” Ik: “Ligt ze ernáást, dan?” Hij: “Oh.. ik zal even kijken.”

Zondagochtend

Merlijn had een zeemonster gevangen, in de vijver van het plantsoen. En hij bewaarde het monster thuis, in het bad. Maar waarschijnlijk zat de stop er niet goed in, want plotseling klonk het SSSSLLURRRRRRRP en toen Merlijn ging kijken zag hij het monster in het afvoerputje verdwijnen; alleen zijn staart stak nog naar buiten. Bo had gedroomd over een vlinder, een lichtgevende vlinder, die zomaar uit een muur was gekomen. De vlinder was zo mooi, zo mooi! En toen trapte Merlijn hem dood. “Dat zou ik toch nooit doen!?" riep Merlijn verontwaardigd. “Nee dat zou hij toch nooit doen!?" riepen Henk en ik. Dat was waar. En of ik na het ontbijt dan even hun dromen kon tekenen. Wat? Tekenen? Ik? Ja hoor, túúrlijk. Want tekenen, moet u weten, is echt mijn ding. Not.

Ete...eh...etymologie

Loïs’ eerste woordje is een feit. ‘Eten’. It figures . We hebben niet voor niets dezelfde bloedgroep natuurlijk. Ik vroeg: “Zal ik een boterhammetje voor je maken? Heb je zin om wat te eten?” Waarop ze instemmend knikte en sprak: “Ete.” En daarna heeft ze het nog zeker tien keer gezegd, telkens als ik een nieuw stukje brood in haar snaveltje wilde duwen. Dan is het echt een woord hè. Als het ergens naar verwijst. En steeds naar hetzelfde. (...) Want ze zegt namelijk ook al tijden ‘mama’, maar dat zal ik eerlijkheidshalve maar beschouwen als gebrabbel. Omdat het volstrekt onduidelijk is of ze mij daarmee bedoelt. Sterker, ik weet eigenlijk wel zeker van niet. Als je het mij vraagt bedoelt ze gewoon: ‘Hoor eens, ik zeur’. Hee..! Zou ‘mama’ dat misschien betekenen..? Van oudsher?

Five f*cking minutes of fame!

Iemand tipte me. ‘Weet je dat Giel jouw blog-stukje heeft voorgelezen? Vanmorgen in zijn show?’ WAT!!?? Het was echt zo. Om vijf voor half zeven. Hardly primetime, en ik sliep dan ook nog. Duh . Maar gelukkig is het tegenwoordig mogelijk om bijna alles wat je gemist hebt aan beeld en geluid alsnog tot je te nemen, via internet. (Ik zeg: wat een uitvinding!) Hilarisch was het. En Jurgen zelf was ook in da house. Luister hier:

Op circus of: De hemel die Ikea heet

Zij houdt niet zo van de Ikea, maar ik wel. Elke dinsdagmiddag ben ik er te vinden, zo tussen vier en vijf. Nadat ik mijn dochter naar het kindercircus heb gebracht en voor ik haar weer ophaal. Bo is lid van het kindercircus . Oftewel: ze zit op circus . (Want zo zeg je dat. Je zit op voetbal, op ballet , of op circus . Ons buurmeisje zit op viool .) Misschien moet ik er maar eens een apart stukje aan wijden, aan dat kindercircus. Want o, o, wat is dat leuk. Dan kom ik aan het eind van de les binnen, en dan zie ik mijn kind op een bal lopen. Of (bijna) op een eenwieler fietsen. Of op haar kop aan de trapeze hangen. Of een flikflak doen. Een flikflak! Ik bedoel maar. Maar goed, waar was ik. Oja, bij de Ikea. Want die zit op steenworp afstand van het circus. En ons huis is veel verder weg. Het loont de moeite niet om tussendoor naar huis te gaan. Want zo gauw ik daar dan ben is het alweer tijd om te vertrekken. Dus wat doe ik dan? Inderdaad, ik duik de Ikea in. Alléén, welteverstaan. Wa

Jurgen van den Berg

Ik ben verliefd. Op Jurgen van den Berg. U weet wel, de nieuwsman in de ochtendprogramma’s van 3FM. Nu heb ik geen idee hoe Jurgen van den Berg eruit ziet, hoor. Ik sta af en toe wel op het punt om hem te googlen, maar ik doe het nooit. Stel je voor dat hij heel anders is dan het beeld dat ik van hem heb. Dat weet ik liever niet. Eigenlijk is het dus beter te stellen dat ik verliefd ben op de stém van Jurgen van den Berg. En op wat hij zegt met die stem. De grapjes die hij maakt, zijn droge humor. Het ingehouden lachen dat ik achter zijn woorden hoor, soms. Waardoor ik weet wat hij denkt, ook al kan hij het niet hardop zeggen. Dat is wat zijn stem zo woest aantrekkelijk maakt: dat grappige, en tegelijk dat serieuze. Want hij blijft natuurlijk nieuwslezer hè. Dat moet met een zekere ernst. Ik hoor het ook altijd meteen als er iets mis is. Als hij niet lekker in zijn vel zit, Jurgen. Dat krijg je, als je iemand al zo lang kent. Want ik luister al jaren iedere werkdag, tijdens

Hee lekker ding, wat is jouw bloedgroep?

Een beetje een rare vraag in Nederland: 'Welke bloedgroep heb je?' In Japan daarentegen is het de normaalste zaak van de wereld. Want iemands bloedgroep is, volgens de overtuiging van veel Japanners, bepalend voor zijn of haar karakter. Deze fascinatie voor bloedgroepen, die in 1927 is begonnen met een artikel van ene professor Takeji Furukawa, is vele malen groter dan die voor horoscopen in Europa en de laatste jaren uitgegroeid tot een ware hype. Om een indruk te krijgen: vorig jaar werden in Japan meer dan 5 miljoen exemplaren verkocht van zogenaamde ‘bloedgroepboeken’, handleidingen om het beste uit je bloedgroep te halen. Het is in Japan dan ook doodnormaal dat iedereen de bloedgroep van zijn familieleden, vrienden en collega's weet. Op feestjes wordt bloedgroepinformatie uitgewisseld en datingbureaus gebruiken het om mensen aan elkaar te koppelen. Tijdens sollicitaties wordt er nog nét geen bloed afgenomen bij de toekomstige werknemer, maar de bloedgroep van de sollic

Tijger éénoog

Zie je wel, zei ik tegen mezelf, dat had ik niet moeten schrijven. Dat van die mooiste baby. Met de mooiste ogen. Want dat was eens. Maar vandaag dus niet meer. Nouja, één oog is nog steeds prachtig, maar het andere is dik en rood en zit dichtgeplakt. Met gele korstjes. Die een kwartier nadat ik ze voorzichtig heb weggeveegd met een doekje en gekookt water, gewoon weer terug zijn. Of het er iets mee te maken heeft, ik denk het niet, maar sinds vandaag kan onze baby ook ineens tijgeren! Ze tijgert de hele kamer door. Kijk, daar gaat ze! Met een respectabele snelheid recht op haar doel - een duplovliegtuig - af. Soepel ellebogenwerk, hoor. Ze nadert het object, strekt haar armpje uit en.......grijpt mis. En dát, mensen, is niet grappig.

Confirmatiebureau

Vanmorgen ging ik eindelijk weer eens met Loïs naar het consultatiebureau. Ik zeg eindelijk weer eens , want de laatste keer dat we er waren was op 18 december . (Een datum waar ik eerlijk gezegd nog steeds niet graag aan herinnerd word.) Weet u, een jaar of zeven geleden, toen Bo een baby was, vond ik naar het consultatiebureau gaan helemaal the bomb . Ik was dágen van tevoren al in een jubelstemming. Omdat ik dan, onder toeziend oog van de consultatiebureau-baliemevrouw en de - in mijn ogen allemaal ontzettend jaloerse - andere moeders, mijn baby uit mocht kleden. Om vervolgens een half uur lang verplicht met de verpleegkundige of de arts over mijn kind te praten. En legaal naar complimentjes te vissen. Over dat ze het zo goed deed. En dat ze zo mooi was. En dat ze zo goed groeide van mijn moedermelk . En meestal ging ik haar, als ik haar had aangekleed, ook nog eens publiekelijk zitten voeden. En daarna reed ik dan snel naar huis om de grafiekjes bij te werken. En om oma te be

Vriendschap

Had ik niet ook zo’n afspraak, met een vriendin? Dat we elkaar zouden treffen, ergens? Op een bepaalde dag in het jaar dat we allebei veertig zouden worden? Ik hoop dat het veertig was tenminste en niet dertig of vijfendertig want dan was het al geweest en heeft er misschien iemand op mij staan wachten in Parijs onder de Eiffeltoren of bij het Vrijheidsbeeld in New York, tussen de stenen van Stonehenge of bovenop Ayers Rock toen de zon onder ging. Hoewel, dan was het al voorbij en hadden we het maar gehad want het is zo erg: het is me echt ontschoten met wie die afspraak was En waar dan. En wanneer. Dus als het nou nog moet gebeuren dan wens ik maar dat zij het ook vergat en dat er gewoon geen van ons zal staan op dat tijdstip, op die dag, op die mooie plek.