Doorgaan naar hoofdcontent

Min tien

Ik beschouw mezelf over het algemeen als een redelijk goed gelukt exemplaar van de menselijke soort, waar het de lichamelijke constructie en constitutie betreft; alles werkt (voorlopig) naar behoren.
Maar soms bekruipt me ineens een heel verontrustende gedachte: stel nou dat ik geboren was in een wereld waarin de bril niet was uitgevonden. Of voor 1500. Of gewoon nu, maar dan in een heel arm land. Dan was ik toch, alle ijdelheid ten spijt, behoorlijk gehandicapt geweest!
Misschien was ik wel verstoten door mijn stam, of veroordeeld tot een donkere tipi waar ik als mysterieuze geneesvrouw de mannen moest masseren na de jacht. Of misschien zat ik zielig in een hoekje rijstkorrels te pellen op de tast en bracht men mij eten.
Want - het is een van de best bewaarde geheimen van dit weblog en ik vergeet het daarnaast zelf vaak - ik ben namelijk nogal bijziend. Ik heb een afwijking van min tien. (Of min 9,75 eigenlijk, maar dat is praktisch hetzelfde.) Henk noemt me ’s nachts, als mijn lenzen uit zijn, zijn blinde kip. Wat weer overdreven is, want tot een afstand van drie centimeter zie ik heus heel scherp.
Nja.
Weet u dat ook weer.
Ik moet toch ergens over bloggen, nietwaar. Want behalve stokjes die zomaar in de lucht zweven gebeurt er hier niets spannends.