Doorgaan naar hoofdcontent

Hoe Lays Komijnekaas onze reis naar Hawaï gaat financieren

Ik vond vandaag een bericht in mijn inbox, van Lays chips.
Nederland mag weer een nieuwe smaak verzinnen.
Dat is al vaker gedaan en daarom zitten we nu met Lays Babi Pangang en Lays Patatje Joppiesaus.
Idioterij.
Bij de huidige inzendingen las ik ook weer de meest gekke dingen: Lays Duck Teriyaki, Lays Kersen en Chocola, Lays Pasta Carbonara.

Van mij hoeft het allemaal niet, ik hou namelijk alleen van naturel. Gewoon, lekker zout. Klaar. Geen fratsen. Maar dat neemt niet weg dat ik wel in staat ben iets te verzinnen. Iets goeds: niet te gek, niet te ingewikkeld en vooral heel uitvoerbaar.

Komt ie:

Nee?!?
Jawel hoor!
Echt!
Denk maar na. Het is briljant in al zijn eenvoud.
Komijnekaas (Of 'Leidse Kaas') is al decennialang niet weg te denken uit het kaasschap. 
Het is heel Nederlands, en tegelijk heel internationaal, want komijn komt uit eh.. Iran. Oh nee, dat is Khomeini, *googlet even op komijn* oh toch: Uit Iran, Syrië, India en Turkije.
Ik bedoel maar.

Even een zijsprongetje. Ik moet er ineens aan denken dat ik vroeger eens, toen ik een jaar of tien was, de teksten op de kruidenpotjes in de keuken heb veranderd. Van kaneel maakte ik kameel en van komijn maakt ik konijn. Vond ik zelf reuze grappig. Dat zat er al vroeg in. Dan bedacht ik dat mijn moeder tijdens het bakken van een appeltaart zou constateren: ‘Hee, verdorie, de kaneel is op. Ik heb alleen nog kameel, maar dat is natuurlijk niet lekker in de appeltaart.’


'Als jouw smaak wint en in de winkel komt te liggen, win je 25.000 euro'
Nou, dacht ik, dat moet genoeg zijn voor mijn droomreis naar Hawaï.
Want ik moet eerlijk opbiechten dat het met dat sparen nog niet zo’n vaart loopt. (Dat schijnt ook lastig te zijn – om even vrij met Loesje te spreken – als je standaard aan het eind van je salaris nog een stukje maand overhoudt.)


Soms stel ik me voor dat ik meedoe aan zo’n programma. Zo’n dramatisch programma dat mensen herenigt. Ik zie het dan helemaal voor me. Ik zit met de presentator aan mijn keukentafel, de camera zoomt in en ik vertel mijn hartverscheurende levensverhaal, dat toewerkt naar een climax: het onverteerbare gegeven dat ik mijn halfzusje, dat op Hawaï woont, al 10 jaar niet heb gezien. En haar dochtertje, mijn nichtje, nog helemaal nooit! Ontroerend tot op het bot. Heel Nederland hangt aan mijn lippen.
En hop, terug naar de Studio. Ik zit op een rode bank. Er volgt een filmpje van mijn zusje, in haar natuurlijke habitat, ze vertelt dat ze mij ook zo mist. Tranen in mijn ogen.
En dan: BAM! Tickets voor mijn neus. We mogen naar Hawaï! Met ons hele gezin! Voor een familiehereniging. Applaus. Een uitzinnig publiek. Champagne.

Soms lijkt het even een serieuze optie. Want wat is nou veertig minuten publieke vernedering op een mensenleven?
Maar nee. Toch maar niet.

Ik vestig al mijn hoop op de Lays Komijnekaas.
Helpt u met mijn lobby?