Doorgaan naar hoofdcontent

Ik ga naar Parijs en neem mee: mijn zwembroek

Ja, wist u dat eigenlijk al? We gaan naar Parijs volgende week, in de meivakantie. Met de Thalys. We verblijven in een appartement vlak bij de Eiffeltoren, met dank aan Wimdu.

Ik was zelf al zo’n tien keer in Parijs, maar nog nooit met Henk. En de kinderen kennen Parijs alleen van de file op de périférique intérieur, als we op weg zijn naar het zuiden; Parijs staat voor hen gelijk aan stressende, ruziënde ouders. Misschien herkent u dit niet, maar wij zitten altijd net op de meest linkerbaan als we erachter komen dat we de afslag naar rechts moeten nemen en proberen dan met ons tien meter lange vehikel (Volvo + aanhanger) in te voegen. Vinden ze heel leuk, die Parijzenaren.
En intussen spelen we dan ook nog het spel wie het eerst in de verte de Eiffeltoren ziet. Ik win altijd. En dat is best levensgevaarlijk knap, omdat ik ook meestal achter het stuur zit.

Maar nu gaan we dus echt, met z’n vijven! Het kwam door Bo, die een paar maanden geleden de woorden sprak: ‘Ik wil een keer naar Parijs, maar niet naar Eurodisney hoor, gewoon naar de Eiffeltoren.’
Mijn hart liep over van trots en blijdschap en ik boekte onmiddellijk.
Eurodisney, moet u weten - en ik geef toe, het is wat pathetisch - staat voor mij gelijk aan het voorgeborchte van de hel. Over mijn lijk dat ik er naar toe ga. Volwassen mensen in Mickey Mouse pakken. Bordjes met ‘vanaf hier nog 115 minuten tot Space Mountain'. IJsjes voor €5,50. Het is kermis keer honderd. Je reinste vagevuur.

Na de aanvankelijke euforie over de op handen zijnde stedentrip begon ik me ineens toch ook wat zorgen te maken.
Goed, die Eiffeltoren ‘beklimmen’ vinden ze vast leuk.
Picknicken met stokbrood en kaas op de trappen van de Sacre Coeur vinden ze vast leuk.
Naar de straatmuzikanten en mimespelers kijken op Place Pompidou vinden ze vast leuk.
Maar verder? Het Louvre? ('Kijk Lois, dat is nou de Mona Lisa’), Musée d’Orsay? Kweenie. Er zit een maximum aan de hoeveelheid cultuur en architectuur die je je kinderen kunt aandoen. Het moet voor hen tenslotte ook vier dagen leuk zijn. En ik begreep plotseling waarom mensen naar Eurodisney gaan. Eurodisney is Parijs voor mensen met kinderen.
Toen Bo vervolgens ook nog vroeg: Gaan we in Parijs ook naar het zwembad, mam?’ (‘Nee liefje, we gaan gebouwen bekijken.’) brak het zweet me uit en voor ik het wist hadden mijn vingers de woorden 'zwembad' en 'Parijs' ingevoerd in het googlevakje.

En ik vond me daar toch iets geweldigs!

Het heet Piscine Josephine Baker (Pizien Sjossefien Bekur) en het is een drijvend zwembad, in de Seine. Joh! Een zwembad met een glazen dak (dat in de zomer open gaat) waarin je zo naast de vrachtboten zwemt, met uitzicht op de bruggen.
Zo cool!
En tegelijk zo toeristisch verántwoord!


(Nu dus even hopen dat Merlijn vrijdag zwemgips kan krijgen, in het ziekenhuis.)