Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2013 tonen

Heb ik te maken met een Friese feeks ofzo?

Hallo! Daar ben ik weer eens. (U weet wel, die ontaarde moeder die haar kind van 11 met een iPhone laat rondlopen.) Ik wou even een kwestie bespreken. Niets belangrijks hoor, ik lig er niet van wakker, maar toch: opmerkelijk. Ik heb een spijkerbroek. Of nou, ik heb wel meer spijkerbroeken (het blijft mijn favoriete kledingstuk) maar deze specifieke spijkerbroek is echt fantastisch. Hij zit lekker én hij staat lekker, om het maar even zo te zeggen. Hij is van een of ander vaag merk: Rose Player, dat volgens mij nergens in een winkel wordt verkocht, maar alleen op internet, via Ebay enzo. (Ik kocht de mijne in een tweedehandswinkel.) Hoe dan ook, ik bedacht: ik wil nog zo’n broek. Voor als deze in de was zit . Dus ik ging maar eens kijken op Marktplaats. Dat leek me heel veilig om te doen, ik weet tenslotte precies welke maat ik moet hebben. En ja hoor: ik vond er een! Vraagprijs €7,50. ZGAN. (Das écht best wel goedkoop, voor een broek waarvan valt aan te nemen dat hij lekke

(Mijmeringen over) een kind met een smartphone

Ja. JA! Ik weet het wel. Ik moet bloggen. Dat wil ik ook, maar ik heb geen tijd! Ik werk me het apelazarus, ben me drie slagen in de rondte aan het schrijven voor anderen en dat is echt heel erg hartstikke leuk , maar ik heb zélf ook van alles te melden; ik weet alleen dus niet in welk achterlijk nachtelijk uur ik dat zou moeten doen. Nouja, ik ben er nu , dus snel dan even. Over wat ik vanmiddag deed. Er was gedoe in de klas van Bo. Een ruzie tussen twee meisjes, die door geroddel en bemoeienis in een whatsapp-groepje enorm uit de hand was gelopen. De ouders van de groepsleden waren gevraagd om naar school te komen. Ik moest ook. Van bovenstaande zinnen springt dit het meest in het oog: dat mijn kind in whatsapp-groepjes zit. Het is absurd: een kind in groep 7 met een smartphone. Ik vind het beláchelijk. En tegelijkertijd sta ik het toe. ‘Iedereen in mijn klas heeft dat, mam.’ En ze heeft nog gelijk ook. Nouja, niet iedereen, maar toch: de meesten. Ik sta het toe

Nog 33 dagen tot Hawaii/Hawaï

Ik vrees dat ik u de komende maand dood ga gooien met geleuter over Hawaii. Nog even en u denkt: mens, ben je nou nog niet weg? Het spijt me. Maar aangezien ik ter plaatse nogal verstoken zal zijn van wifi, heeft u straks lekker drie weken rust. (Ik weet het trouwens wel, hoor. Dat in het Nederlands Hawaii eigenlijk zo moet worden geschreven: Hawaï. Niet met dubbel i, maar met één i, met stipjes. Vind ik ook eigenlijk mooier. Maar om een wat duistere reden heb ik op een bepaald moment gekozen voor de Amerikaanse schrijfwijze en nu hou ik daar maar zo'n beetje aan vast. Als u het erg vervelend vindt, dan mag u best  telkens als u Hawaii leest, dit in gedachten vervangen door Hawaï.) Maar wat ik dus wou zeggen: op de gangbare wereldkaart lijkt Hawaii al best heel spannend en ver weg enzo, maar gisteren stuitte ik op een wereldkaart waarbij de globe op een andere manier is losgeknipt, oftewel de zogenaamde Pacific-centered wereldkaart: Oeh. Das écht wel midden in de zee.

Nog 35 dagen tot Hawaii

Er gaat iets mis. De tijd gaat te snel. Nog 7 keer zo’n sprongetje van 5 dagen en ik zit al in het vliegtuig. En dat kan niet! Want ik moet nog zoveel! En dan bedoel ik niet dat ik nog heel veel moet werken en geld verdienen (!) en dingen met de kinderen doen – want dat ook allemaal – maar dat ik me nog moet voorbereiden! En daarmee bedoel ik dan weer niet dat ik nog een visum moet aanvragen, boeken op mijn e-reader zetten en bedenken wat ik mee ga nemen – want dat ook allemaal – maar meer psychologisch: Ik ben nog niet zover. Het verhaal is nog niet ver genoeg af. Maar de apotheose nadert: op Hawaii wordt het laatste hoofdstuk geschreven, hoe dan ook. Dus ho! Stop de tijd. Misschien vermoedde u al zoiets: ik ga niet zomaar op reis. Het is niet voor de lol, hoewel ik er uiteraard zo hard mogelijk van ga genieten. Een zijsprongetje. Toen Susy een paar jaar geleden besloot een week naar Bali te gaan – alleen, zonder man en kinderen – en hiermee een bepaalde discussi

Dyskloksie

Ik liep laatst op de Grote Markt met mijn 11-jarige dochter. ‘Hoe laat is het?’ vroeg ze en ik antwoordde: ‘Kijk, daar staat de Martinitoren.’ Ze staarde even in verwarring naar boven en siste toen verontwaardigd: ‘Mam, je weet toch.’ Oja. ‘Kan je nou nog steeds niet klokkijken?’ vroeg ik op een beetje verwijtende toon, terwijl ik me afvroeg of ík misschien niet juist degene was die hier een opvoedpuntje had laten liggen. Want eigenlijk wist ik een tijd geleden al dat ze er moeite mee had, maar had daar nooit meer zo aan gedacht. Een gezinslid dat niet kan klokkijken? Er gaan maanden voorbij zonder dat je er iets van merkt, met overal digitale klokken in huis, op de iPad, de wekkerradio, de magnetron en de oven. Niet kunnen klokkijken is heel makkelijk te verbergen. En je kunt er prima mee leven. Vraag maar aan Bo. Lees verder op Thuis in onderwijs .

Nog 40 dagen tot Hawaii

sic. Iemand vroeg me laatst wat mijn motto was. Nou, ik heb er echt over nagedacht, hoor. Maar ik heb geen motto! Echt niet. Ik heb volgens mij gewoon elke dag een ander motto. Ad hoc motto's, daar doe ik aan. Ja, een dag niet gelachen een dag niet geleefd . Dat is wel een motto. Maar meer een stil, onderliggend motto. Geen motto om dagelijks te roepen. Er zijn wel mensen die dat roepen maar die hebben meestal niet zo'n leuk leven. Heeft u eigenlijk een motto? Ik heb geen motto. Of het moet al zijn: Nooit de trap oplopen met lege handen. Nou doei, ik ben aan het aftellen.