Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit februari, 2014 tonen

Scènes uit een verhuizing

Ik was weer eens een doos aan het inpakken, toen ik uit het raam keek en mijn oog op de boom voor ons huis viel, met bovenin het wapperende parachuutje. Het parachuutje waaide zo'n vier jaar geleden in de boom, toen Merlijn het voor de 127e keer van het balkon naar beneden liet zweven. Minstens zoveel pogingen hebben we ondernomen om het ding uit de boom te krijgen, maar tevergeefs. Elke zomer, als de boom in blad staat verdwijnt het uit onze gedachten, om in de herfst weer tevoorschijn te komen, een stukje hoger dan het jaar ervoor, en een paar tinten valer. Het is onze nalatenschap aan het plein, waaraan we 7 jaar woonden. Het doet me altijd denken aan The Lord of the Flies. Kent u dat boek? Of de film ? Waarin een groep schooljongens met een vliegtuig neerstort op een onbewoond eiland en er een zeer grimmige rangorde ontstaat? In het begin van het boek zijn alle jongens heel bang. Voor Het Beest . Ze weten niet wat Het Beest is, ze horen alleen voortdurend – met name

De minirok

Ik was vandaag in de stoffenwinkel. Ik kom daar zo weinig mogelijk, want a) ik heb er zelden iets te zoeken en b) ik vind het er een beetje griezelig, omdat ik denk dat iedereen aan me kan zien dat ik niet met een naaimachine overweg kan. (Dat is trouwens niet helemaal waar, want 13 jaar geleden, toen ik zwanger was van mijn oudste dochter, maakte ik een boxkleed. Helemaal zelf .) De reden dat ik er vandaag was, in de stoffenwinkel, was dat ik een stukje zwart kunstleer wilde kopen, om de bank te repareren die ik op marktplaats heb gezet en waar ooit door een logeer-rat een gaatje in was geknaagd. ‘Hallo,’ sprak ik een meisje aan dat tot het winkelpersoneel behoorde, te oordelen aan de schaar die ze aan een koordje om haar nek droeg. ‘Verkopen jullie zwart kunstleer?’ ‘Ja hoor, loop maar even met me mee.’ Ik volgde het meisje naar de kunstleersectie en zag onmiddellijk precies wat ik nodig had. Prachtig. ‘Dan wil ik hier graag een stukje van,’ zei ik. ‘Hoeveel?’ ‘Nou, ik h